Verbinding brengt ons verder
Wendela is met Samenwerken met Dementie betrokken bij diverse activiteiten rondom dementie. Haar uitgebreide ervaring in de zorgsector en diepe betrokkenheid bij ouderen, zet ze in bij het begeleiden van mensen en mantelzorgers die te maken hebben met dementie. Daarnaast vervult Wendela de rol van netwerkregisseur binnen een dementienetwerk. In haar werk benadrukt ze het belang van samenwerking en verbinding tussen organisaties. Hoewel er volgens Wendela al een grote beweging op gang is gekomen, moeten hierin nog flinke meters worden gemaakt. Als netwerkregisseur speelt ze een belangrijke rol in het vormgeven hiervan. Haar doel is om per regio te kijken naar hoe ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties gezamenlijk kunnen werken om professionals en vrijwilligers optimaal te laten bijdragen aan het creëren van een zo goed mogelijk leven voor mensen met dementie.
Wendela juicht de toegenomen aandacht voor dementie alleen maar toe. Dementie heeft een enorme impact op het dagelijks leven. “Ook de manier waarop jij als regisseur van je leven invulling daarop wil geven, wordt anders en lastig.” Ze benadrukt dat mensen afhankelijker worden van sociale kringen, situaties anders ervaren en veranderingen zien in relaties. Daarbij komt ook nog rouwverwerking kijken. Volgens Wendela is het van groot belang om te kijken hoe het nu op al die vlakken gaat en waar nog interventies kunnen worden gedaan om de situatie te verbeteren. Positieve gezondheid speelt hierbij een cruciale rol. Het concept van positieve gezondheid wordt in de hele dementiezorg toegepast. Wendela was recent betrokken bij een klantarena, waar mensen met dementie zelf vertellen wat ze vinden van de zorg en begeleiding. Deze groep bestaat uit jonge mensen tot en met 65 jaar. Wendela legt uit dat zo’n bijeenkomst niet alleen voor professionals en vrijwilligers van belang is, omdat er knel- en verbeterpunten naar voren komen, maar ook voor de mensen zelf ongelofelijk van betekenis is. Het is een vorm van lotgenotencontact. Mensen zijn ontroerd door elkaars verhalen en vinden herkenning. Dit soort bijeenkomsten zijn een prachtig voorbeeld van positieve gezondheid.
Wendela’s interesse in positieve gezondheid is van jongs af aan gestimuleerd. Van kinds af aan heeft ze geleerd om naar anderen om te kijken. Doordat haar ouders een veilige plek boden voor pleegkinderen, ontdekte ze het inspirerende werk van maatschappelijk werkers. Tijdens haar opleiding tot maatschappelijk werker maakte ze kennis met de holistische mensvisie, ook wel de blauwdruk van positieve gezondheid. Wendela leerde al vroeg om niet alleen te kijken naar de ziekte, maar ook andere aspecten mee te nemen. Te kijken naar de mens als geheel. Net voor de coronatijd kwam ze voor het eerst in aanraking met positieve gezondheid zoals het nu wordt gezien en sindsdien neemt ze het altijd mee in haar werk.
Positief kijken naar later en dromen over mogelijkheden
Wendela is, ondanks de tekorten in de zorg, optimistisch over de positieve beweging die op gang is gekomen. Mensen beginnen meer oog te hebben voor mensen met dementie en andere kwetsbare individuen. Ze worden gezien en dat is een belangrijke eerste stap. Dat gemeentes zich steeds meer aansluiten bij organisaties zoals het Danspaleis en aandacht hebben voor de kwetsbare groep mensen, daar is Ellen erg positief over. Gemeente Amsterdam en gemeente Utrecht zijn de eerste en ze hoopt dat er meer gaan volgen.
Verder droomt Wendela dat verpleeghuizen de deuren opengooien voor mensen met dementie en dat er meer wordt gekeken naar persoonlijke vrijheid. “Open huizen met aandacht voor veiligheid, maar dat het niet ten koste gaat van de vrijheid voor mensen met dementie.”
Ellen droomt ervan dat iedereen gelukkig is, of dat nu bij het Danspaleis is of niet. Ze hoopt dat de aandacht voor positieve gezondheid blijft groeien. Want volgens Ellen verdient het nog meer aandacht dan dat het nu krijgt. Ook droomt ze over het verbinden van de samenleving. “Dat we niet zo individueel blijven, dat we de buurman gedag zeggen en iemand uitnodigen om te eten als ze alleen zijn. Dat doet zo ontzettend veel en daar kun je zo veel waarde toevoegen. Als iedereen maar een heel klein deeltje zou oppakken, dan komt het helemaal goed. Het klinkt zo simpel, maar je moet het wel doen.”